Nodig: (voor 4 personen)
4 kleine appels (620 gram)
50 gram boter
55 gram bruine suiker
halve theelepel kaneel
50 gram pecannoten
75 gram appelmoes
2 theelepels citroensap
1 pak bladerdeeg/ een rol kant-en-klare bladerdeeg
1 ei, losgeklopt
Bereidingswijze:
Schil de appels en boor ze uit. Snijd ze in dunne plakjes.
Vermeng de suiker met de boter en de kaneel in een middelgrote pan op een laag vuurtje tot de suiker gesmolten is.
Doe de appels erbij. Bak het mengsel en roer het af en toe tot de appels zacht worden.
Giet de appelmengsel over een middelgrote schaal en zet het apart.
Maal de pecannoten de appelmoes en het citroensap in een keukenmachine tot een glad geheel.
Verwarm de oven tot 200-210 graden (stand 5). Bekleed een bakblik met bakpapier.
Snijd 8 rondjes van 11 cm uit het bladerdeeg. Leg 4 van de rondjes op het bakblik, bestrijk ze met ei.
Neem een koekjes steker van 9 cm doorsnede, steek het midden uit de resterende 4 rondjes deeg.
Leg de rondjes op de bladerdeegrondjes van 11 cm doorsnede.
Spreid de pecannotenmengsel uit in het midden van de rondjes. Leg daarop het appelmengsel en vouw het onderste randje over het bovenste.
Bak de taartjes ongeveer 15 minuten bij 20-210 graden goudbruin.
Dien ze warm op met de opgewarmde karamelmengsel.
Tip: In dit recept heb ik Granny Smith appels gebruikt. Omdat het een stevige, witte vruchtvlees in vorm blijft en het boter- suikermengsel gemakkelijk op neem.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten